mei 2022
BIJ MIJ IN DE KLAS
Sinds dit schooljaar 2021-2022 geef ik geen les meer, dat was wel even wennen. December 2021 was mijn 40 jaar les-jubileum. Die 40 jaar heb ik voornamelijk op dezelfde school doorgebracht. In Amsterdam West.
Nu ik geen les meer geef heb ik ontdekt dat ik alles wat ik vertel versterk met mijn handen. Ik beeld uit wat ik vertel. En daar gebruik ik in schrift waarschijnlijk de uitroeptekens en de GROTE letters voor... Dat lawaaierige vertellen mis ik heel erg. Ik heb altijd les gegeven aan kinderen die moeite hadden met taal, omdat het hun moedertaal niet was, omdat ze een verstoorde taalontwikkeling hadden, of omdat ze slechthorend of doof waren. Ik heb zelden een talige leerling gehad.
IK KAN NIET LEZEN OF SCHRIJVEN
Af en toe hoor je er iets over. Er lopen nog steeds mensen in Nederland rond die niet of nauwelijks kunnen lezen of schrijven (in geen enkele taal). Stel je voor ….
Ooit, in de 70'er jaren ben ik met een vriendje naar Griekenland gereisd. Met een loodzware rugzak met de trein, de boot, de bus … En toen stonden we ’s ochtends heel vroeg in de blakerende zon op een plein waar bussen af en aanreden. Met alle bordjes in Griekse letters.
Ik had verwacht dat er minstens twee namen op zouden staan in Griekse en in “gewone” letters. Zoals alle bordjes in Friesland tweetalig zijn.
Maar nee. En dan sta je daar en je weet het niet.
Mijn leerlingen konden allemaal slecht van een plattegrond lezen. Maar ze wisten allemaal waar de belangrijkste plekken van Amsterdam waren. Dat is met lijn 5 juf. Die kant op. En dan 4 …, nee 5 haltes. Zo kom je er ook natuurlijk.
In 1981 heb ik in het Slotervaart ziekenhuis gelegen. Op een afdeling met alleen vrouwen. Tegenwoordig sta je de dag na een operatie weer buiten. Duizelig van de narcose, alle wonden stevig dichtgeplakt en een recept voor pijnstillers. Maar toen heb ik daar 3 weken gelegen. En een zaal vol Amsterdamse vrouwen … die wisten zo alles van elkaar. Wekwekwek.
Een van de dames lag in bed hard te werken aan haar basisschooldiploma. Dat had ze nooit gehaald. En ze had nu een baan waarbij dat minimaal vereist was. We waren zwaar onder de indruk en hebben haar natuurlijk allemaal geholpen.
Op school kwam Analfabetisme vaker voor. En die kinderen kregen extra lessen, extra aandacht totdat ze weer bij waren. En dat kon! Maar soms lukte dat niet. Een collega Nederlands, die wanhopig was van onmacht heeft hulp gevraagd bij een orthopedagoog. Samen is er een hele methode ontwikkeld waarbij tegelijkertijd werd gewerkt aan motoriek en leren schrijven. Want een deel van de hersenen van die kinderen was niet wakker geschud in hun peuter of kleutertijd door spelletjes en veel aandacht voor praten, boekjes lezen … En dat heb je allemaal nodig. En kennelijk kan dat dan later alsnog.
De juf kwam bij mij in de klas om M. te vragen of hij mee wilde doen: de ideale proefpersoon.
Maar M. was al 18 en net door zijn vader van school gehaald om samen met hem in Aalsmeer “bij de bloemen” te gaan werken. M. kon ondanks alle extra lessen nog steeds niet lezen of schrijven. Hij was zeker niet dom, kon prima mee komen zolang hij maar niets hoefde te lezen. Zijn mondeling Nederlands was niet zo best, daarin was hij niet de enige. Maar als er weer eens een staking van het OV dreigde zei ik tegen de leerlingen: luister naar de radio morgenochtend of het doorgaat! En dan bromde hij: snap ik niet, kan ik niet begrijpen die radio….
Er kwam nog een stroom hele bijdehante zusjes na M. op school. Die hadden nergens last van. Goedgebekte babbels waren het en lezen en schrijven was geen probleem.
Jaren later stond ik op een bushalte in Amstelveen toen er een man op een fiets langs kwam. Verderop stopte hij, keek om en kwam terug. Hallo juf, kent u mij nog ? M. !!
Hij was een kalende volwassen man geworden. Met twee kleine kinderen. En hij werkte nog steeds in Aalsmeer in de bloemen. Lezen en schrijven kon hij nog steeds niet.
Mijn baas is heel tevreden over mij, zei hij, maar promotie maken kon hij niet, want dan moest hij toch echt kunnen lezen en schrijven. En zijn rijbewijs halen was daardoor ook een probleem. (Maar hij had een mooie, snelle fiets)
Voordat zijn kinderen gingen leren lezen wilde hij nog wel een poging wagen bij het volwassenderwijs.
mei 2022
WAAR KOM JE VANDAAN?
Toen ik in 1981/82 op school kwam waren er twee klassen met nieuwkomers. Ongeveer een kwart van de leerlingen was Turks en de rest Marokkaans. En ze hadden altijd ruzie met elkaar.
Maar gaandeweg werden wij een school gespecialiseerd in de “eerste opvang”. Elke oorlog, ramp of crisis in de wereld resulteerde in een nieuwe stroom leerlingen. Er waren op een gegeven moment wel 3 COA’s in de buurt van school die leerlingen leverden. Want leerlingen moeten altijd naar school.
En al die kinderen zaten door elkaar. Mijn eerste ervaring met analfabeten in de klas was heel leerzaam. Niemand zei bij het aanmelden van zijn kind dat hij/zij analfabeet was. Daar kwamen we gaandeweg vanzelf achter.
Op de lerarenopleiding had ik wat geleerd over Paolo Freire en zijn onderwijs aan analfabeten.
Maar dat iemand die nooit heeft leren schrijven ook niet kan tellen, meten of tekenen …. daar had ik nooit over nagedacht.
Ik gaf een grote, leuke klas les in textiel en op vrijdagmiddag tekenen. Iedereen moe (ik ook), dus het was altijd heel gezellig. Iedereen probeerde elkaars taal te leren en ik probeerde ze Nederlands bij te brengen. Soms zong iemand een beetje. Gaf niet, het lokaal lag nogal achteraf.
Er zat ook een bijdehand zusje in (toen 16) en een kleiner broertje. Hij kon lezen en schrijven. En zij tekende nog kop-poters (aardappelen met pootjes en ogen en een mond, zoals kleuters mensen tekenen).
Met Sinterklaas wilde iedereen Sinterklaas tekenen. Waarom?? vroeg ik. Dat is gewoon een man met een rare hoed op! (Ik wil niemand mijn cultuur opdringen …)
Maar nee, moest.
Iedereen een rare Sinterklaas getekend. (Aziaten kleurden alle mensen geel!) Met als hoogtepunt de Sinterklaas van het zusje. Met een hoofd met een mijter en een aparte romp…. Van kleuterfase naar de volgende in een paar maanden.
En iedereen had een verhaal over hoe en waarom ze naar Nederland waren gekomen. Ik had een jaar een mentorklas waarin het gros van de kinderen bijna geen Nederlands sprak. Die had ik 1 uur per week in een ander gebouw in een eng lokaal in de kelder. Ze mochten daar hun jas aanhouden. En elke les moesten een paar leerlingen (volgens een rooster) iets vertellen. Maakt niet uit wat, maar ze moesten (10 minuten?) praten.
En daar kwamen alle verhalen los die ik nooit gehoord had. Mijn haren stonden overeind, af en toe. Maar we hebben ook vreselijk gelachen …
Meisje 1 die op haar 14e zwanger was van haar oom, in Ghana, en toen met haar broertjes door hun moeder naar Nederland gehaald werd. Ze hield haar mond, want ze was bang dat haar moeder haar misschien niet meer wilde hebben. Tot een van haar broertjes haar verlinkte: ze heeft een dikke buik!!!! Haar zoontje was toen we daar zaten al 2 jaar oud en sliep bij haar op de kamer. Soms lag ze in de klas even met haar hoofd op tafel te slapen. En soms werd ze gebeld omdat hij ziek was en ze hem van de opvang moest ophalen.
En meisje 2 die nog nooit een lift had gezien totdat ze in de Bijlmer kwam wonen. Dus de eerste jaren liepen ze daar liever met de trappen omhoog en naar beneden…
En nee juf, Ghanese mannen in Ghana kunnen niet koken. We koken in een keuken waar iedereen kookt (dus ze worden uitgelachen ) op vuurtjes met …. (houtskool) wat je aan moet waaieren en dat kunnen ze niet….en dan worden hun kleren vies.
Ghanese kinderen lijken uiterlijk vaak precies op hun Surinaamse vriendjes. Ze hebben vaak ook historisch gezien gemeenschappelijk voorvaders. Het verschil weet je pas als je die verhalen hoort….
Toen Iran en Irak oorlog hadden en de olievelden in de fik stonden kwamen de kinderen uit Irak en Iran. Zoveel verhalen gehoord …. Onderweg je broek onder je matras leggen om hem te “strijken”. Dan was je de volgende dag weer netjes. Foto’s gezien van familie: beeldschone mensen in Iran, die tegen een grote auto leunden met een stralende filmsterglimlach, als een rijtje prinsen en prinsessen. Een prachtige oma op een stapel kussens op de grond, met een mooie, grote trotse neus. Een rij neven tegen de achtergrond van grote, kale bergen met een geweer op hun rug en een patronengordel om , met zo’n wollen Taliban muts op.
Een jongetje was toen hij op school kwam meteen het lievelingetje van iedereen. Een stralend, sociaal en leuk jongetje van 11, 12,13? Hij kon prachtige Turkse smartlappen meezingen met een bandje. De tranen sprongen je in de ogen.
Hoe ben je hier eigenlijk naar toe gekomen? vroeg ik een keer tussen neus en lippen tijdens een gezellige les. Dat is een heel verhaal zei hij. En stukje bij beetje kwam het verhaal er uit, onderbroken door de gewone gang van zaken in een les. Doet u even de draad in de naald juf?
Hij was met het hele dorp uit Irak vertrokken. Onderweg was hij zijn ouders kwijtgeraakt.
Met een vrachtwagen door Turkije gelift met wat mensen, veel gelopen … op weg naar zijn grote broer in Nederland. Eerst moest hij in een asielzoekerscentrum wachten. En daar had hij ook gezongen en een prijs gewonnen!
En op dat moment woonde hij bij zijn broer. Maar die kende hem helemaal niet, wist niet eens wanneer hij jarig was. (Wij vierden dus op school zijn verjaardag uitbundig.)
Zijn ouders had hij teruggevonden. Zij zaten ergens in Pakistan. En daar kon hij ze bellen. Dat is heel erg DUUR juf. En zijn moeder zei dan niets, maar huilde alleen maar…
Hij ging naar de bovenbouw en de puberteit sloeg toe. En opeens hoorde ik iedereen over hem klagen. Hij was een naar jongetje geworden, agressief, vreselijk disrespectvol tegen meisjes en vrouwen. Een kleine Ayatollah …
Wat denk je nou, riep ik dan. Zijn verleden heeft hem ingehaald. Hij heeft meer gezien voordat hij 12 was dan wij ooit zullen weten. Hij had jarenlang in therapie moeten zijn. Traumaverwerking, hulp!
Er was een collega uit de onderbouw die hem een beetje in de gaten probeerde te houden. Ik hoop van harte dat het goed met hem is afgelopen .
Ik denk nog wel aan hem. Zeker als er weer een vluchtelingenstroom op gang komt.
Die arme kinderen, denk ik dan.
En als ik zijn verhaal vertel krijg ik altijd weer kippenvel .
April 2022
RAMADAN
40 jaar geleden hielden wij op school nog echt geen rekening met de Ramadan. Ga weg zeg ….
We organiseerden gewoon een sportdag midden in een hete zomer, tijdens de Ramadan. Fanatieke leerlingen vielen bijna dood neer. Ga even wat drinken, riepen wij. Maar dat mag natuurlijk niet. (Hoewel ik niet zou durven zweren dat er nooit een stiekeme slurp water werd genomen. Zeker door de jongens niet.)
Het was toen vooral een zware tijd voor onze meisjes-leerlingen.
Ze moesten helpen schoonmaken, boodschappen doen en heel veel koken en bakken (en naar school)
En daarna helpen met visite en logees (en naar school)
Vaak waren kinderen ook hun bed kwijt. Ze sliepen ergens op een matrasje omdat visite in hun bed lag. En omdat ze allemaal klein wonen lag dat matrasje meestal in de woonkamer. Dus van slapen kwam het niet echt. (En dan naar school)
De leerlingen waren ’s ochtends nog niet helemaal wakker en tandenpoetsen deden ze niet (mag niet na zonsopgang). En als je iets meer kunt eten, of wat langer slapen sla je het douchen ook maar over.
Veel korte lontjes, in die tijd.
Ik was een nare juf. Als iemand begon te jammeren: ja maar , juf … Ramadan ! Dan zei ik: stop er dan maar mee. Zeg tegen je ouders dat je het niet kunt. Je doet het voor jezelf. Om er een beter mens van te worden. (En uit solidariteit natuurlijk, maar dat liet ik even weg. ) Daar maakte ik dan geen vrienden mee. Maar de meeste leerlingen gingen gewoon stoïcijns door. We zijn het gewend juf. (En ik dronk mijn kopje thee uit het zicht)
Een enthousiaste, jonge Marokkaanse collega heeft ons, collega’s, als eerste wijzer gemaakt. In een soort informele bijscholing over de Marokkaanse cultuur, inclusief de Marokkaanse zelfspot.
Later kwam een Imam op school, voor een wat meer serieuze voorlichting.
De maand van het Reinigen.
En al die agressie en ruzie dan? vroeg ik.
Maar dat kwam niet voor, tijdens Ramadan, zei hij. Alleen misschien bij jonge kinderen voor wie alles nog nieuw was.
Aan het eind van de Ramadan is het Suikerfeest. ’s Ochtends de halve school leeg en opeens heel andere leerlingen in beeld. Wat hebben we eigenlijk veel zwarte leerlingen, dacht ik wel eens. En dat was die dag procentueel ook zo. ’s Middags waren de meeste kinderen gewoon naar huis. Voor ons lekker even een rommelig, maar rustig dagje. Ik hou daar wel van.
Tegenwoordig kan dat niet meer. Iedereen moet van tevoren toestemming vragen, met de handtekening van de ouders. En heel veel collega’s hebben zelf ook feest.
Na het Suikerfeest gaven wij dan op school een Meisjesfeest.
Alle mannen en jongens werden de school uitgeveegd. En alle meisjes (die de hele dag al op scherp stonden) doken de toiletten in en kwamen tevoorschijn in prachtige jurken, spectaculaire make up, oorverdovende parfums en sieraden, hoofdoek af , haar los …
De hele dag had ik al “trommels terug in de tas!“ geroepen, maar dan barstte het los.
Meisjes die normaal zo onopvallend mogelijk door de gangen schoven en ALLES moeilijk vonden ontpopten zich totaal onverwacht in sierlijke danseressen met spectaculair haar. En andere meisjes konden met harde handen overal op trommelen met een opzwepende beat , waar je hart tijdens het feest sneller van ging kloppen, maar waar je uiteindelijk met schele hoofdpijn van naar buiten ging.
BENG bommerde bombom… BENG … Op meegebrachte, zorgvuldig opgewarmde trommels, op tafels, op deuren … Overal in de school bonkte de beat.
Allemaal naar de kantine. Soms was er een band, of gewoon bandjes in een cassetterecorder. Maakt niet uit. Deze kinderen konden een feestje maken met heel weinig.
Heel veel koekjes en eten (restjes meegenomen van huis..)
En ja, natuurlijk waren de jongens jaloers en wilden ook feest.
Naar buiten jongens, het is elke dag jongensfeest was mijn argument. En daar waren ze het toen meestal ook wel mee eens.
Leraren waren een beetje een twijfelgeval. Gelukkig, hoewel er ook toen niet openlijk over werd gepraat, zijn er altijd homo-leraren. Niet elke mannelijke collega kon er goed mee om gaan, zoveel vrouwelijkheid bij elkaar …
Tegenwoordig is het allemaal wat meer genuanceerd. Het verschil tussen de jongens en de meisjes is wat minder streng. Moeders hebben vaak een baan buitenshuis. De juiste koekjes kun je ook overal kopen.
Het meisjesfeest is op een gegeven moment afgeschaft.
Dat was rond de tijd dat er bij elk feest bewaking ingehuurd moest worden. Toen was de lol er een beetje van af.
Schoolfeesten werden later op een boot gegeven die heen en weer voer op het IJ.
Maar dat is een ander verhaal.
Ramadan, Suikerfeest en Slachtfeest werden gewoon een onderdeel van het jaarrooster (hoewel we de begindatum van de Ramadan volgens mij nooit van tevoren goed gegokt hebben)
En toen, op een dag, hadden we op Goede Vrijdag opeens een keer geen vrij.
Ik reed naar school op een vrijwel verlaten A2.
En er werden een heleboel kritische wenkbrauwen opgetrokken.
In Suriname is iedereen dan vrij zeiden Surinaamse collega’s verontwaardigd. Alles is dicht.
Ik had toen veel Braziliaanse en Portugese, katholieke leerlingen.
Nu willen WIJ vrij zeiden ze militant. Dit is onze vrije dag! ZIJ hebben met Suikerfeest vrij.
Wat vieren we dan die dag? vroeg ik.
Dan gaan we allemaal naar de kerk. Het is Goede Vrijdag !
Wat vieren we dan? vroeg ik. Wat is er Goed aan ?
Dat wisten ze niet. Dus moesten ze eerst met elkaar het hele verhaal aan elkaar zien te breien.
Schrijf maar een brief naar de directeur, zei ik. Vraag maar om verlof. Net als de kinderen die vrij willen voor het Suikerfeest. Handtekening van je ouders …
Ik heb ze geholpen .
Maar nee. Ze kregen een keurige brief thuis met NEE. Mag niet.
Dus waren ze er gewoon massaal die vrijdag niet. En met het Suikerfeest waren ze er, heel solidair, ook niet.